

Het bedrijf groeide en vrijwel ieder jaar werd er een nieuwe ijswagen gebouwd door de Fa. Verhulst in het Westnieuwland, hoek Dijksteeg. ‘s Winters werd er geen ijs gemaakt, maar had opa Kees, naast een koffie-ijstent bij Vld-oost, een “koek en zopie”-tent op het ijs. Al schaatsend werd een grote slee geduwd met daarop een tent en voorraden. De standplaats was op het “Schouw”, dat is bij een van de drie vlieten die in de vlaardingse vaart uitkwamen. Er werd warme chocolademelk – koffie – koeken en voor de vaste klanten, achterom stiekem een borreltje verkocht. De stationstraat werd op een gegeven moment te klein en er werd naar een nieuw pand uitgekeken. Opa Kees kocht een perceel grond in 1923 aan de Cronjestraat (wat nu van Schravendijkplein is) en liet hierop een woonhuis bouwen met een brede steeg ernaast en daarachter een ijsfabriek met ingang aan de Schepenstraat. Op de grote binnenplaats werd een hokje ingericht voor de verkoop van ijs. Naast schepijs werd er ook diepvries-ijs, zgn “verpakt ijs” gemaakt. Bekend waren de “Dubbeldiks” en de “Roomchoco’s”. Later in de jaren 30 ging men ook nog in de winter een bakkerij beginnen met uitsluitend boterkoek en banketstaven, bestemd voor bedrijfskantines, vooral in de Rotterdamse havens. Deze koeken werden per bakfiets! bezorgd in R’dam door mijn opa Bertus.
Binnenkort het vervolg…